The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage



Het spirituele pad dat leidt naar echte vrede, eeuwigdurende vreugde, goddelijke volmaaktheid, verlichting en verlossing begint met sadvichaara, juist onderzoek naar het waarom van ons verblijf hier op aarde en naar wat dit ding is dat men het leven noemt. Onze aanwezigheid, ons zijn en doen op deze planeet wordt leven genoemd. Wat is dit leven? Met welk doel zijn we hier?

Ik haalde onlangs een zin uit een gedicht aan: “Stof ben je, dat je tot stof terugkeert, raakt niet de ziel.” Er is iets in jou dat tijdloos, beginloos en eindeloos, onsterfelijk en onvernietigbaar is (BhG II 20: Het wordt niet gedood als het lichaam wordt gedood; na hanyate hanyamaane shariere). Onderzoek leidt naar die innerlijke diepte van je wezen en geeft zin en een diepere betekenis aan je leven: “Er moet enige betekenis in schuilen. Het is niet zinloos. Het eindigt niet met de dood? Er is een hiernamaals.”

Yama was verbaasd dat een jonge knaap zoiets vroeg. Hij had beloofd hem drie gunsten toe te staan en dit was niet zomaar een vraag. Hij had zijn woord gegeven. Nu was hier een jonge knaap die iets wilde weten wat zelfs de goden niet weten, iets dat alleen kan worden gekend na een levenslange saadhanaa, versterving, gebed, overweging, diepe meditatie en de beoefening van Yoga. Hoe kan men antwoorden op een vraag als deze? Hij probeerde dan ook de aandacht van de jongen af te leiden: “Vraag om het even wat. Ik zal u dingen geven die nuttig zijn in uw huidig leven, veel begerenswaardiger, aantrekkelijk en prettig.” Maar hij kon Nachiketas niet op andere gedachten brengen: “Neen, ik wil alleen deze kennis.” Dit is een heel fascinerende, heel interessant gedeelte van de Kathopanishad. Nachiketas zocht een kennis die betekenis aan het leven geeft, iets wat een grotere zin geeft aan ons bestaan hier op aarde.